Al een

‘Iedereen is eigenlijk een beetje alleen’, zegt Eefje. ‘Maar niemand zegt dat.’ Kris kijkt haar verbaasd aan.

‘Waarom denk je dat?’

‘Omdat ik denk dat mensen bang zijn om alleen te zijn. Ik ben toch ook liever samen dan alleen. Alleen is zo stil.’

‘Vind je mij ook alleen?’ Vraagt Kris.

‘Soms wel.’ Eefje kijkt haar moeder vanuit haar ooghoeken aan. ‘Vind je het moeilijk om alleen te zijn mam?’

‘Soms Eef, wanneer iemand vindt dat ik het anders moet doen en zich met me bemoeit. Dan voelt het even dat ik zo anders ben. Dat voelt alleen.’ Eefje knikt.

‘Mam, ik heb dat ook. Soms zeggen kinderen ook zoiets tegen mij. Dat ik een nerd ben omdat ik zo goed kan leren. Ze vinden mijn school vaak suf. Dan voel ik me ook alleen en misschien ook een beetje bang.’

‘Snap ik schat, weet je dat het niet uitmaakt dat je dan een beetje bang bent. Wat wel belangrijk is, is dat je niet bang bent voor jezelf.’ Eefje lacht.

‘Nooit mam. I am amazing.’

‘Het is zo belangrijk dat je jezelf serieus neemt en op jezelf reageert. Laat de ander de ander zijn. Wanneer iemand je voor schut zet, doe het niet terug. Check bij jezelf waarom het je pijn doet of waarom je de drang voelt om het terug te doen. Waar doet het pijn? Jij alleen weet het antwoord op de vraag. Niet die ander.’ Kris pakt een papier en tekent een bloem.

‘Deze bloem is ontstaan uit een zaadje. Dat zaadje heeft water nodig om te groeien. En zon.’ Ze tekent een gezichtje in de zon.

‘Jij bent de bloem die ontstaan is uit het zaadje. Dat zaadje zit in jou. De mensen om je heen zijn als het water en de zon. Ze kunnen je helpen groeien, maar alleen jouw zaadje, dus jij, weet wat je in je hebt. Jij alleen kan dat blootgeven.’

‘Wanneer ik alleen ben, denk ik vaak aan wat anderen hebben gezegd. Zeg je nou dat het niet binnen hoeft te komen als ik goed naar mijn zaadje luister?’

‘Precies, door de ander leer je over jezelf. Je leert naar je zaadje te luisteren door te vragen wat het met jou doet. Voel je verdriet, word je boos of moet je erom lachen. De ander leert weer van jou.’ Ze legt de pen weg, schuift naar Eefje toe en pakt haar even vast. Het houten bankje waarop ze zitten kent zoveel intieme gesprekken.

‘Eigenlijk ben je als je alleen bent al een, snap je? Alles zit in jou. Happy you’, haar ogen fonkelen.

‘Alleen zijn is niet iets om bang voor te zijn. Het zou betekenen dat je bang bent voor jezelf. Bang voor jouw zaadje, jouw stuwende kracht. Jouw eigen zon, die weer zo belangrijk is voor de ander.’ Kris houdt even haar mond. De stilte is zo’n stilte die er even mag zijn. Aangenaam. Niet awkward.

‘Dus als je samen bent, ben je ook alleen. En als je alleen bent ben je altijd samen.’ Triomfantelijk kijkt Eefje haar moeder aan.

‘Ik had je Sophie moeten noemen, mijn kleine filosofe.’

‘Huh?’

‘Dat is een meisje uit een boek dat ik prachtig vond: “de wereld van Sophie”.’

‘Ik ben eigenlijk heel blij met mijn zaadje’, grinnikt Eefje.

‘Het zaadje komt van jou en papa, dus is altijd samen. No more fears mam. Zou iedereen dit weten?’ 

?

Pin It on Pinterest